Tag archieven: Staatsbosbeheer

Het verhaal van de nederlandse delta

Samen met de natuurgebieden langs het Haringvliet en het Hollands Diep staat de Biesbosch op het punt te worden uitgeroepen tot een nationaal park van wereldklasse. Vooruitlopend daarop beschrijft dit boek alvast wat er de afgelopen jaren is gedaan om de natuur in deze delta van de Rijn en de Maas op een hoger plan te brengen.

Op een kier
Meteen achter de Haringvlietsluizen – die sinds 2019 op een kier staan – is in Scheelhoek tachtig hectare landbouwgrond omgezet in natuurgebied. Aan de monding van het Spui zijn zowel de Beninger als de Korendijkse Slikken opgeknapt en uitgebreid. Voor vogels zijn in het Haringvliet twee eilanden opgespoten, de Slijkplaat en Bliek, waarvan Bliek voor het publiek toegankelijk is, althans je kunt er vanuit een schuilhut, die uitsluitend bereikbaar is over water, over heen kijken. De lezer vaart mee naar de Ventjagersplaten, trekt in bij een vogelteller die in een bunker op de Kwade Hoek samenwoonde met ratten, verneemt hoe een jager/bosbouwer zijn aangeplante bos in de Oeverlanden met fietsbanden beschermde tegen konijnenvraat, gaat mee meeuwen ringen op de Sassenplaat en krijgt begrip voor een rietdekker die een eivormige vogelkijkhut van een rieten dak moet voorzien. Ook leert men wat een vishotel is, hoe het de visarenden en de zeearenden vergaat en hoe zich voor de kust van Voornes Duin een nieuw waddengebied ontwikkelt. Natuurlijk krijgt de transformatie van het riviereneiland Tiengemeten ook de nodige aandacht.

Omslag van het binnenkort te verschijnen boek.

“In november 2021 is het 600 jaar geleden dat de Biesbosch ontstond

Over al de veranderingen in het benedenrivierengebied hebben Wim van Wijk en Jacques van der Neut uit Dordrecht, een boek geschreven: Biesbosch en Haringvliet natuur van wereldklasse . Het boek telt 168 pagina’s en is voorzien van ongeveer 200 foto’s in kleur en is een uitgave van WBOOKS in Zwolle. Het boek kost 24,95 euro en kan bij voorinschrijving worden besteld. Dat kan hier

Wind tart biesboscharenden

De zeearend broedt sinds 2012 in de Biesbosch en de visarend sinds 2016. Afgelopen voorjaar klapten de nestbomen van de zeearenden tegen de grond. Visarenden kampten met hetzelfde probleem, maar drie paartjes brachten desondanks acht jongen ter wereld.

Jaarvogels
Zeearenden zijn jaarvogels en verblijven dus het hele jaar in en rondom de Biesbosch. De imposante roofvogels bouwen gigantische nesten, zeker als die jaren achtereen worden gebruikt. Om zulke vrachten hout te kunnen dragen hebben de zeearenden behoefte aan grote, zware bomen. In de Biesbosch gaat het dan normaal gesproken om (zwarte) populieren. De Biesbosch herbergt twee broedparen, die dit jaar echter geen jongen voortbrengen. Het koude voorjaarsweer, met keiharde windvlagen, gooide roet in het eten. Zo’n nest in een heen en weer zwiepende boomtop wordt topzwaar en op een gegeven ogenblik is er geen houden meer aan. Toen de nestbomen tegen de grond klapten waren beide paren al met broeden begonnen. Kort na het verloren gaan van de nesten, begonnen beide paren weer met herbouw. Zoiets gebeurt normaal gesproken dicht in de buurt van het oude nest, want dat is tenslotte hun territorium, hun woon- en leefgebied. Binnen enkele weken hangt er dan weliswaar weer een nieuw nest in de boom, maar het is dan te laat om de broedcyclus weer op te starten. Dit jaar dus geen jonge zeearenden in de Biesbosch. De zeearendpopulatie in ons land is in opbouw en het omwaaien van een nestboom maakt nu eenmaal onderdeel uit van het leven van een zeearend. Zeearenden verblijven het hele jaar in hun territorium, maar bij de visarend zit dat anders in elkaar.

Visarenden zitten graag op dode bomen. (foto; Jacques van der Neut)

Overwinteren
Deze machtige viseters overwinteren in Noordwest-Afrika en keren (als dat allemaal goed gaat) ieder jaar in eind maart, begin april weer op Nederlandse bodem terug. Voor zover bij mij bekend is de Biesbosch nog steeds het enige gebied in ons land waar visarenden broeden. Ik hoor in de wandelgangen wel eens iets over broedende visarenden buiten het zoetwatergetijdengebied, maar officieel worden die niet bevestigd. Je zou zeggen overal komen vogelaars en die zien of horen toch ook het nodige. Of die locaties worden heel goed geheim gehouden. Wie het beter weet, mag het zeggen. Aanvankelijk zag het afgelopen voorjaar er voor visarenden in de Biesbosch heel goed uit. Op vijf locaties waren er immers broedpaartjes actief. Bij twee paar ging het niet goed. Een koppel verliet zonder aanwijsbare reden het nest middenin het broedseizoen. Een ander paartje bouwde een nest in de Dordtse Biesbosch. Het

Visarend bij nest in de Biesbosch. (foto; Jacques van der Neut)

bouwsel zag eruit als een behoorlijk doorgezakte hangmat en het was voor ingewijden niet de vraag óf het geheel verloren zou gaan, maar wanneer. Heftige windvlagen bevestigden kort daarop helaas de vermoedens. Het paartje dat broedt in de Huiswaard kreeg ook met wind te maken. Voordat beide vogels uit hun overwinteringsgebieden terug keerden, klapte hun nest tijdens harde windstoten eveneens de boom uit. Dit paar begon na enige mislukte pogingen opnieuw met bouwen, op nog geen 25 meter afstand van de oude nestboom. Dit gedrag onderstreept de band van beide vogels met dit gebied.

Webcam
Blijven er dus drie paartjes over, waarbij het aantal jongen van een nest met zekerheid is te zeggen: drie. Bij dat bewuste nest staat namelijk een webcam. Prachtige beelden geven een intieme blik in het leven van een familie visarenden. Zo zie je bijvoorbeeld het leggen van de eieren, een nachtelijk bezoek van een boommarter aan het nest, of hoe de jongen schuilen onder de vleugels van het wijfje bij een hevige onweersbui. Gisteravond regende het pijpenstelen en het onweerde. Om 22.45u even een kijkje genomen op de webcam (‘Beleef de Lente’). De drie jongen stonden erbij als een stel verzopen katten. Af en toe schudde de vogels met de kop. Soms werd er even geklapwiekt en schoof een van de jongen naar de nestrand, waarna er een mestklodder met een sierlijke boog uit het beeld verdween. Om 23.25u stopt het hondenweer en steken de jonge visarenden de kop in de veren. In dit geval zijn het geen beelden uit een of andere buitenlandse natuurdocumentaire, maar gewoon van Nederlandse bodem, op een paar kilometer afstand van Dordrecht.

Een juveniele visarend is herkenbaar aan de ‘dakpanstructuur’ op de vleugels. (foto; Jacques van der Neut)

Van de twee andere nesten weten we inmiddels meer. Het koppel in de hoogspanningsmast bij de Plomp heeft ook drie jongen en het paartje in de Huiswaard twee.