Categorie archieven: Actueel

Verwildering op Knepp Estate in West Sussex

Honderden jaren wordt Knepp Estate in West Sussex gebruikt en beheerd als agrarisch landgoed, compleet met inzet van grote machines en het gebruik van kunstmest en chemicaliën. Rond de eeuwwisseling gooit Charles Burrell, de eigenaar van het landgoed, het roer drastisch om.

Structureel verlies
In de jaren ’80 van de vorige eeuw erfde Burrell Knepp Estate, van zijn grootouders. Knepp is ongeveer 1400 hectare groot. Twintig jaar later, na een bezoek aan de Oostvaardersplassen, komt hij tot de volgende slotsom. Het kost steeds meer moeite om Knepp Estate, gelegen in het Graafschap West Sussex, met landbouwkundig gebruik in de benen te houden. Een enorm kleipakket onder Knepp maakt het boeren er niet makkelijker op; ze lijden immers structureel verlies. Rond de eeuwwisseling besluiten Burrell en zijn echtgenote Isabella Tree het roer drastisch om te gooien. Zij kiezen voor een sprong in het diepe; zij laten Knepp Estate verwilderen. Ze laten de natuur haar gang gaan zonder inzet van zware en grote landbouwmachines, bestrijdingsmiddelen en dure kunstmest. Vandaag de dag is Knepp Estate uitgegroeid tot een van de succesvolste, biodiverse bedrijven van het land. Tijdens het landbouwkundig gebruik van Knepp werkten er een 20 tot 30 mensen. Tegenwoordig werken er bijna 100 betaalde krachten en maakt Knepp Estate winst.

Na het stoppen van de agrarische activiteiten kwam de grote weerschijnvlinder. (foto: Jacques van der Neut)

Breed bedrijfsmodel
Door het wegvallen van de agrarische status diende er een totaal ander bedrijfsmodel te worden ontwikkeld. Thans worden er op Knepp (tegen betaling) rondleidingen en rondwandelingen georganiseerd. Op Knepp kun je ook kamperen, maar de plekken zijn tot en met 2025 al vergeven, net als de huur van Yurts (ronde hutten uit Mongolië). Je kunt er ook overnachten in een boomhut, waar overigens wel een stevig prijskaartje aanhangt. Aan alle activiteiten zijn trouwens best pittige kosten verbonden. De transitie naar wilde natuur op dit Engelse landgoed is deels met overheidsbijdragen voor landschaps- en natuurherstel bekostigd. De transitiekosten zijn echter eenmalig verstrekt. Om het landgoed in financiële zin overeind te houden, is een breed bedrijfsmodel opgezet.

Een Longhornrund in close-up. (foto: Jacques van der Neut)

De verhuur van accomodatie voor vakantiegangers, het runnen van een café en landgoedwinkel met producten uit de moestuin, de verhuur van vergaderruimtes aan de zakelijke markt en de verkoop van wildernisvlees betekenen inkomsten voor het landgoed. De afhankelijkheid van subsidies is daarmee fors minder dan in de tijd van de reguliere landbouwfunctie van Knepp. Op het landgoed loopt uiteenlopend vee: Longhornrunderen (koeien met lange, gekromde horens), edelherten, damherten, Tamworth varkens en Exmoor ponies. Er zijn inmiddels ook bevers geïntroduceerd, maar die verblijven op Knepp in een omheinde ruimte (exclosure) omdat de Engelse wetgeving (nog) geen ruimte biedt om ze in de vrije natuur hun gang te laten gaan.

Zomertortel; een vaste bewoner van Knepp. (foto: Jacques van der Neut)

Natuur keert terug op Knepp Estate
Door de drastische koerswijziging ontwikkelt de natuur zich op Knepp in rap tempo. Vlinderliefhebbers komen er met bussen vol naar toe om de grote weerschijnvlinders (‘Purple Emperor’) in actie te zien. Op een dag werden er zelfs 87 van deze fraaie dagvlinders gezien. Door de spontaan opkomende vegetatie vestigen er zich bovendien veel zangvogels, met hoge dichtheden van de nachtegaal. Een ander opzienbarend feit is de komst van zomertortels. Op Knepp kun je fantastisch wandelen, waarbij je tussen de Longhornrunderen door loopt. Kalveren blijven bij hun moeder en worden dus niet, zoals in de gangbare veehouderij, na een uur bij de moeder weg gehaald. Het is ook een kostelijk gezicht om Tamworth varkens in de modder te zien liggen. De dieren genieten er zichtbaar van. Een zeug ligt zwaar te snurken en haar biggen doen op amper een meter afstand hetzelfde. Varkens kunnen niet zweten en gaan in de bagger en de modder liggen om zich te laten afkoelen.

Tamworth varkens op Knepp liggen te slapen in de modder. (foto: Jacques van der Neut)

De CPS ‘service’ van Canon…

De fotografie boeit mij al een groot deel van mijn leven. In het begin uiteraard met analoge camera’s, in mijn geval deed ik dat met Leica, inclusief prachtige, maar zware lichtgevoelige lenzen. Rond de eeuwwisseling ruilde ik mijn analoge Leica’s in voor digitale Canon spiegelreflexcamera’s. Dat ging overigens niet van harte…

Van spiegelreflex naar systeemcamera
Ontwikkelingen blijven doorgaan en op den duur maakten de digitale spiegelreflexcamera’s ook weer plaats voor digitale systeemcamera’s, camera’s zonder spiegel. Zelf schafte ik een Canon R5 en een R7 aan. De R5 is een full-frame camera, de sensor heeft dus dezelfde afmetingen als een kleurendia of negatief uit de analoge dagen; dus 24×36 millimeter en bij zo’n camera is er daardoor geen sprake van een vergrotingsfactor. De R7 heeft een kleinere sensor en in dit geval dus wèl een vergrotingsfactor. Bij het inruilen van camera’s en lenzen dient er in het algemeen te worden bij gelapt, prijzen van dergelijke spullen zijn tenslotte geen kattenpis! Bij Canon hebben ze een zogenaamde CPS-service: Canon Professional Service. In de praktijk blijkt die Service echter niet zo Professional, sterker nog, het is om te huilen. Diep droef…

Links mijn sensor voor het reinigen en rechts na de reiniging bij Chipclean in Heumen.

CPS Kwalificatie ‘Gold’
De CPS was lange tijd gratis, maar sinds vorig jaar dient voor deze dienst te worden betaald. De kwalificatie voor mijn CPS is ‘Gold’, zoiets bepalen zij aan de hand van je opgegeven camera’s en lenzen. Jaarlijks krijg ik daarvoor een rekening van 200 euro (excl. btw). Om CPS te kunnen gebruiken maak je eerst een account aan. Met de overstap van een gratis dienst naar een betaalde stuurde Canon zoiets als een presentje, een pakketje met hebbe-dingetjes. Het vreemde was hierbij, dat het presentje niet bij mij thuis werd afgeleverd, maar bij een willekeurig iemand in mijn wijk. Die persoon zocht mij via internet op en stuurde een mail. Het contact was snel gelegd en ik haalde daar alsnog mijn welkomstpakket op. Na dit voorval nam ik een kijkje in mijn CPS-account en zag dat mijn huisnummer ontbrak. Dus in de telefoon. De bewuste dame van Canon kon mij niet verder helpen, want het was ‘pricacy gevoelig’. Daar had zij geen toegang toe. Op haar aanraden contact gezocht met de afdeling Klantenservice. Daar hoorde ik min of meer hetzelfde verhaal. Wat ik ook probeerde, ik kon niets veranderen in of aan mijn CPS-account.

Artificial Intelligence…
Een paar weken later ontving ik vanuit CPS een herinnering. Of ik wel dacht aan mijn 200 ’tokens’ en ik diende die voor 27 augustus aanstaande te gebruiken, anders was ik die kwijt. Ik kwam toen net terug van een trip uit Zuid-Oost Turkije en op mijn bestanden zag ik vlekken, er zat vuil op mijn sensor. Toen via mijn account een telefoonnummer gevonden. Toen ik daarmee belde kreeg ik de indruk dat ik te woord werd gestaan door een mechanisch overkomende stem, zoiets als Artificial Intelligence. Zo hoorde ik dat er in Nederland geen Canon servicecentra meer zijn en dat ik mijn camera’s maar moest inpakken en op moest sturen naar Duitsland met alle aankoopbewijzen en een uitgebreide beschrijving wat er allemaal aan je spullen haperde. Je telt doorgaans duizenden euro’s neer voor Canon camera’s met bijbehorende lenzen en dan zo’n ‘Professional Service’… Voor mij is het duidelijk. CPS krijgt van mij een grote schop. Met de 200 euro die ik daarmee uitspaar, ga ik naar Chipclean in Heumen. Daar hebben ze nog

tijd voor een praatje (over fotografie uiteraard), je kunt thee of koffie pakken, neuzen in tijdschriften over fotografie en je krijgt door Ton of Lis Niessing een uitleg over de verrichte werkzaamheden. Eigenlijk service, zoals het hoort. Gisteren naar toe geweest. Voor de sensor cleaning (twee bodies) en het reinigen van twee objectieven en een verrekijker betaalde ik 113 euro (incl btw).