Tag archieven: Marokko

De Erg Chebbi woestijn; een uitgestrekte zandbak bij Merzouga in Marokko

Mijn zoon Martijn en ik bezochten onlangs Marokko. We vlogen naar Marrakech en reden vandaar met een huurauto naar onder meer de Erg Chebbi woestijn bij Merzouga.

Golvende zandduinen bij Merzouga. (foto: Jacques van der Neut)
Sahelzandhoenders scheren pijlsnel voorbij. (foto: Jacques van der Neut)

Golvende zandduinen
Marokko is een prachtig land met uitgestrekte stenige vlakten met diepe kloven en uiteraard woestijnachtige landschappen. De wegen zijn weilswaar goed, maar het is en blijft toch oppassen, zeker op binnenwegen. We zetten koers naar Merzouga, waar we de Erg Chebbi woestijn bezoeken. In deze zandbak met golvende zandduinen, willen we typische woestijnsoorten zien zoals de Woestijnmus, de Bruingele babbelaar en diverse soorten zandhoenders. Met een gehuurde 4×4 rijden we met een gids en chauffeur door en over het golvende zandduinengebied. Eerst staat er een bezoek aan diverse kleine poeltjes op het programma, die fungeren als drinkplaats voor diverse zandhoenders. Als we er aankomen staat er al een paar auto’s met vogelaars en fotografen die ook naar de aan- en afvliegende zandhoenders kijken. Een fascinerend gezicht. De zandhoenders scheren supersnel heen en weer en strijken steevast bij de poeltjes neer. Als de vogels zijn geland kunnen we ze door de telescoop goed bekijken; we ontdekken het Sahelzandhoen, het Kroonzandhoen en het Witbuikzandhoen. De genoemde soorten komen hier iedere ochtend drinken en zijn daardoor dus goed te bekijken. Dat is echter niet altijd het geval. Zo komt bijvoorbeeld in Oman het Lichtenstein zandhoen voor en die drinkt juist in de avond, waardoor je er eigenlijk niet zo veel van kunt zien, laat staan fotograferen.

Groepjes Sahelzandhoenders vliegen af en aan. (foto: Jacques van der Neut)

Tentenkamp
Na een poosje bij de drinkpoelen te hebben doorgebracht, gaan we verder de Erg Chebbi woestijn in. We stoppen bij een tentenkamp waar we een kop thee drinken. Op het tentdoek scharrelen Huismussen en Woestijnmussen, af en toe aangevuld met Bruingele babbelaars. Dan gaan we op zoek naar de Witbandleeuwerik, Hoopoe Lark in het Engels. Het is onderhand behoorlijk warm geworden. Onze chauffeur en gids drinken en eten echter niets. Het is tenslotte Ramadan. De omgeving bestaat uit golvende zandduinen met hier en daar wat struikgewas; een uitgelezen gebied voor de witbandleeuwerik. De witbandleeuwerik behoort tot de grootste leeuweriken. De vogel staat hoog op de poten en heeft een zandkleurig lijf. De snavel is opvallend langer tegenover andere soorten leeuweriken en lichtjes naar beneden gebogen en een opvallend zwart-wit vleugelpatroon, net als bij een hop. Het is blijkbaar baltstijd, want we zien diverse Witbandleeuweriken die zich van de struiktoppen de lucht in lanceren en op het hoogste punt de vleugel- en staartveren spreiden. Zo’n vogel is dan een bonk wit! Een bijzonder spectaculair gezicht, maar voor het mooie, doen ze dat echter iets te ver weg…

Een Witbandleeuwerik in de snikhete Erg Chebbi woestijn. (foto: Jacques van der Neut)

Egyptische nachtzwaluw
Onderdeel van deze tocht is ook een bezoek aan een locatie waar de Egyptische nachtzwaluw overdag rust. Als we arriveren zien we onder een struik een man liggen, die overeind komt zodra hij onze auto ziet. We lopen naar een stenige vlakte en onze ‘nachtzwaluwman’ wijst de plek aan waar de vogel op de grond zit. Dat is trouwens nog niet zo gemakkelijk om zo’n perfect gecamoufleerde soort in de smiezen te krijgen. Na diverse keren zie ik de vogel uiteindelijk ook. Onze gids gniffelt en zoals afgesproken betalen we hem, we schudden elkaar de hand en de man rijdt met ons mee naar zijn brommer. De man stapt op zijn brommer en rijdt weg door het rulle zand. Wij sluiten onze tocht af met een bezoek aan het meer bij Merzouga. Voor het eerst in zeven jaar bevat dat grote meer weer water. Flamingo’s, Steltkluten, Groenpootruiters en Casarca’s maken er dankbaar gebruik van.

Een onvergetelijke Transsahara reis! (1)

De oogstrelende diadeemroodstaart. (foto; Jacques van der Neut)

Woestijnen vind ik boeiende landschappen en de wens die een keer te bezoeken kwam meerdere keren aan de orde. Dit jaar hebben mijn vrouw Annemieke en ik die wens uitgevoerd. Wij gingen mee met de Transsahara reis, met Marokko (Agadir) als beginpunt en via de Westelijke Sahara en Mauritanië (Banc d’Arguin), naar het vermaarde vogelreservaat Djoudj in Senegal. Een onvergetelijke rit van zo’n 3500 kilometer met drie Nissan X Trails.

Prachtige kusten in Marokko. (foto; Jacques van der Neut)

‘Lopende’ stuifduinen
Zo’n autorit van Agadir in Marokko naar Senegal in het zuiden tart iedere verbeelding en laat zich maar moeilijk in woorden vatten. Hoe moet je immers de sfeer beschrijven van de wisselende landschappen en de kleurrijke bevolking? Of de oneindige zandwoestijnen in de Westelijke Sahara met die fascinerende, ‘lopende’ stuifduinen en niet te vergeten, die ongeschonden, lege stranden en kusten zonder foeilelijke, mondaine resorts. De  puike overnachtingen in de woestijn, met die onvoorstelbare  sterrenluchten aan het oneindige firmament! Het zijn stuk voor stuk onuitwisbare indrukken in mijn geheugen. Zo’n trip kun je zonder meer betitelen als avontuurlijk reizen, een kolfje naar  de hand van Marius Dussel, de stuwende kracht achter het Rosso Millenniumproject. Samen met zijn vrouw Vera organiseert hij diverse trips door dit deel van Afrika. “In 1986 maakte ik met mijn vrouw die toen zwanger was en kinderen mijn eerste trip” zegt Dussel terwijl hij onverstoorbaar zijn Nissan X Trail bestuurt. “Het was in die dagen pionieren. Internet bestond niet, je moest toen alles zelf uitzoeken. In de boekhandel zocht ik naar kaarten van Zuid-West Afrika en ik raakte in de ban van de boeken van Heinrich Barth, een Duitse ontdekkingsreiziger. Voor onze eerste reis schraapte ik al mijn verlofdagen bij elkaar en vertrok voor zeven weken naar Algerije en Niger. We vlogen er niet naar toe, want vliegen vind ik eigenlijk te beperkt.  Met de auto heeft mijn voorkeur, je kunt dan immers gaan en staan waar je wil. Sindsdien is mijn liefde voor avontuurlijk reizen ontstaan.”

Een stel dromedarissen op een pick-up. (foto: Jacques van der Neut)

Flexibel
Als deelnemer aan zo’n tocht moet je beschikken over een flexibele instelling. Het is en blijft tenslotte Afrika en zaken kunnen zich dus volkomen anders ontwikkelen, dan gepland. Als je slecht tegen autorijden kan, dan zou ik zoiets niet ondernemen. Iedere dag  is het tenslotte rijden, met soms een rit van meer dan 500 kilometer… De kwaliteit van de pensions wisselt van goed tot basic. In de meeste gevallen heb je wel een douche en soms niet. Er kan ook pech aan een van de Nissans ontstaan, waardoor er bijvoorbeeld een of ander onderdeel moet worden aangevoerd. Zoiets ligt op zo’n avontuurlijke trip altijd op de loer. Maar die ‘nadelen’ vallen allemaal weg tegen de enorme belevingswaarde. Op straat en tijdens de autoritten valt er immers genoeg te zien. Geiten op het dak van een personenauto, een stel dromedarissen op een pick-up en  vrachtauto’s met een lading van zes, zeven meter hoog, met daarop soms nog mensen.

Zandrozen in de woestijn van Mauritanië. (foto; Jacques van der Neut)

Zandrozen
De oneindige ritten door de woestijn, zowel door de Westelijke Sahara als Mauritanië, vond ik top. Hier en daar dromedarissen, renvogels, rosse woestijnleeuweriken, witbandleeuweriken, woestijntapuiten en niet te vergeten de woestijnrozen; geen wilde planten maar een mengvorm van het mineraal gips en zandkorrels die zijn ingebed in het kristalrooster van dat mineraal. Woestijn-rozen worden gevormd in woestijnen waar grondwater door capillaire werking aan het oppervlak komt en daar snel verdampt. Het grondwater moet bovendien de juiste mineralen (gips en/of bariet) bevatten die achterblijven waar het water verdampt. Woestijnrozen kunnen erg groot worden en soms enkele honderden kilo’s wegen! Maar er zijn ook hele kleine, lichte exemplaren. Sommige zien er uit als een enkele roos. Anderen vormen een cluster van roosjes, of groeien op elkaar.