Sinds 2016 broeden er visarenden in ons land. Dit jaar brachten drie koppels in de Biesbosch maar liefst negen jongen voort. Een vierde koppel begon in de omgeving van de Tongplaat ook met de bouw van een horst, maar eind mei, begin juni staakte het paar de bouw. Wellicht lukt dat komend jaar wel.
Zoetwatergetijdengebied
Het waterrijke, uitgestrekte natuurgebied is daarmee een belangrijk startpunt voor deze prille populatie. Een combinatie van een groeiende visarendenstand in buurlanden als Duitsland, de aanwezigheid van dode bomen en hoogspanningsmasten en de aanwezigheid van grootschalig visrijk water hebben daar alles mee te maken. De bijzondere roofvogels zijn in de Biesbosch vaak te vinden in de recent ontwikkelde natuurontwikkelingsgebieden voor waterveiligheid in het kader van Ruimte voor de Rivier. Nationaal Park de Biesbosch is een zoetwatergetijdengebied, een op wereldschaal zeldzaam fenomeen. Ondanks de Deltawerken is er in de Biesbosch nog steeds sprake van getijdenwerking, alleen zijn de verschillen tussen eb en vloed drastisch verminderd. Water, rietlanden en kreken vormen het grootste deel van het landschap. Door gigantische natuur- en waterveiligheidsprojecten in het Nationaal Park De Biesbosch is het natuur-en recreatiegebied bijna verdubbeld. Door al deze ontwikkelingen kleurt de plattegrond van de Biesbosch, in vergelijking met zo’n 25 jaar geleden, veel blauwer. Landbouwgebieden werden omgevormd naar getijdenmoerassen met wisselende waterstanden en ondiepe oeverzones.

Drijvende barrière
Een koppel visarenden broedt schuin tegenover de Emmahoeve, de werkschuur van Staatsbosbeheer in de Noordwaard. Een ander koppel zocht het letterlijk en figuurlijk hogerop; zij vestigden zich bovenin de hoogspanningsmast in spaarbekken De Gijster. Voor het eerst vestigde zich een paartje aan de Zuidhollandse kant van de Biesbosch; zij bouwden een fors nest op een dode populier. Om de rust voor dit stel enigszins te waarborgen sloot Staatsbosbeheer de wandelroute over de kade. De kreek onder het nest werd voorzien van een drijvende barrière met bijbehorende bebording. Ondanks de fysieke afsluiting schoven er toch regelmatig suppers overheen. Staatsbosbeheer plaatst komend jaar een betere afsluiting. Door de getroffen Covid-19 maatregelen was de rust voor het paartje op de dode populier een tijd gewaarborgd, maar later in het seizoen werd het beduidend drukker. Het paartje visarenden zag menig bootje voorbij komen, soms vergezeld van een indringende Techno dreun. Indien de vogels werden gestoord door een supper, bleven de vogels wel twintig minuten weg.
wordt verteld hoe ze zijn ontstaan, welke ontginningen er hebben plaatsgevonden en in welke mate natuurontwikkeling de biodiversiteit van die gebieden heeft beïnvloed. Niet alleen de huidige stand van zaken wordt goed weergegeven, er is in dit boek ook veel aandacht besteed aan de vraag wat natuurontwikkeling ons de laatste tijd heeft gebracht. ‘Natuurgebieden in Noord-Brabant, Ontginning en Natuurontwikkeling’ is voor elke natuurliefhebber een prachtig overzicht over het wel en wee van de Noord-Brabantse natuurgebieden.
‘Natuurgebieden in Noord-Brabant, Ontstaan, Ontginning en Natuurontwikkeling’ is een kloek boek geworden van maar liefst 496 pagina’s, met meer dan 1000 afbeeldingen, volledig in kleur, met harde band, linnen rug, genaaid gebonden op een royaal formaat van 240 x 320 mm. Het boek is door 30 specialisten geschreven onder redactie van Willem van Kruijsbergen, Ernst-Jan van Haaften, Jac Hendriks en Jan van der Straaten. Het eerste exemplaar wordt op 24 november overhandigd aan de Commissaris van de Koning in het Natuurmuseum in Tilburg. Het boek wordt uitgegeven door Pictures Publishers, Woudrichem en kost € 34,95 (tot eind december, daarna € 39,95).