Tag archieven: rijstvelden

Naar Portugal(1)

In Portugal liggen prachtige gebieden. De Algarve, net als de Ria Formosa zijn uiteraard overbekend. De eerste trip naar Portugal gebeurde in februari dit jaar, speciaal voor overwinterende grutto’s in de omgeving van de Taag en gevolgd door de tweede trip in april naar de Ria Formosa en de Alentejo.

Duizenden overwinterende grutto’s in de rijstvelden bij de Taag. (foto; Jacques van der Neut)

Duizenden grutto’s

Het was een wens die al langer sluimerde, een keer naar de rijstvelden bij de Taag waar ‘onze’ grutto’s overwinteren. Totaal onverwachts word ik weer op het spoor gezet door Otto Plantema. Samen met Astrid Kant heeft hij immers het boek Grutto uitgebracht en hij vroeg of ik daar in mijn columns voor het Algemeen Dagblad aandacht aan wilde besteden. Het idee om een keer naar de grutto’s te gaan in de rijstvelden in de omgeving van de Taag is dus inééns weer springlevend. Het vereist wel het nodige papierwerk, want Covod-19 heerst immers overal. Op internet hebben we een onderkomen gevonden: Quinta da Rosie in Samora Correia. De gunstige ligging ten opzichte van de rijstvelden

Quinta da Rosie in Samora Correia (foto; Jacques van der Neut)

rondom EVOA geeft hierbij de doorslag. Na de landing in Lissabon halen we onze huurauto op en rijden over de Vasco da Gama-brug naar ons onderkomen in Samora Correia, compleet met slaapvertrekken en airco en een heel goed uitgeruste keuken, met bijbehorende apparatuur zoals oven en een magnetron. Een zwembad is er ook, maar in deze tijd van het jaar nog een beetje koud. In de vroege ochtendzon is het echter heerlijk ontbijten. Het geheel is omgeven door een elektronisch schuifhek. Ruben, onze gastheer, en zijn echtgenote zijn bijzonder gastvrij.

Naar de rijstvelden rondom EVOA

De rit naar het bezoekerscentrum van EVOA (Espaço de visitaEspaço de visitação e observação de aves), is zeer zeker niet eentonig. Je passeert uitgestrekte rijstvelden waarin van alles te zien valt; duizenden zwarte ibissen en natuurlijk wolken grutto’s. Onvoorstelbaar! Zeker als de rijstvelden worden geploegd wemelt het ervan de vogels. Natuurlijk ook de nodige steltkluten, slobeenden, groenpootruiters, koereigers, kieviten en bruine kiekendieven. In ieder struikje hoor je het kenmerkende ‘zip…zip…zip’; het geluid van graszangers. In het

Overal horen we het kenmerkende geluid van graszangers ‘zip..zip…zip’. (foto; Jacques van der Neut)

eenvoudige bezoekerscentrum nemen we een bak koffie en vervolgens maken we een wandeling door het afgesloten deel met diverse schuilhutten. Hier zien we onder meer: lepelaar, flamingo, purperkoet, grijze wouw, wintertaling en kluut. Tijdens het rijden zien we werkelijk overal ooievaars bij de nesten; op muren, elektriciteitsmasten, in bomen, op vervallen huizen en op verkeerspleinen. De volgende dagen brengen we diverse bezoeken aan de Taag, bij voorkeur tijdens eb. Prachtige nevengeulen met foeragerende grutto’s, regenwulpen en wulpen. Tijdens een wandeling door Alcochete een groep van zeker duizend flamingo’s. Tijdens eb lopen er ook tientallen mensen op het slik. Zij verzamelen schelpen die zij vervolgens weer te koop aanbieden aan de diverse restaurants.

“Where are the kittens”

In de loop van de week bezoeken we de zoutpannen bij Samouco en rijden langs de zijrivieren van de Taag waar we regelmatig over-

Op het Iberisch schiereiland overwinteren jaarlijks zo’n 400 visarenden. (foto; Jacques van der Neut)

winterende visarenden zien. De laatste jaren blijven er op het Iberisch schiereiland al zo’n 400 visarenden ‘hangen’. Voordat je het weet is zo’n week echter alweer voorbij. Helaas. Op de laatste avond is de auto gepakt, maar Ruben zit met iets…op de Quinta loopt een zwerfkat en getuige de bebloede flanken heeft het dier waarschijnlijk ergens jongen ter wereld gebracht, maar waar? Aangezien Ruben de kat vaak rond onze huurauto ziet, vermoedt hij dat ze in onze auto liggen! Onder de motorkap wordt intensief speurwerk verricht en alle gaten en kieren worden met zaklantaarns onderzocht, maar leiden niet tot het gewenste resultaat. Dan roept Ruben een van zijn honden erbij en hij zegt indringend tegen het dier op fluisterende toon “where are the kittens?” Het hondje kijkt zijn baas aan en houdt zijn kop scheef. Die twee begrijpen elkaar, dat is duidelijk. De hond zakt door zijn poten en kruipt onder de auto, maar begint niet te blaffen. Blijkbaar toch geen nest met jonge katten in onze auto. De volgende ochtend gaan we op tijd weg en rijden weer terug naar de luchthaven in Lissabon.

Veel ‘IJslanders’ in De Noordwaard

Vorige maand waren de eerste grutto’s in onze contreien weer present. “Voor deze fraaie steltlopers is De Noordwaard in Werkendam een heel belangrijk gebied” zegt Thomas van der Es, boswachter bij Staatsbosbeheer in De Biesbosch. “In de loop van de tijd nemen de aantallen toe. In De Noordwaard verblijven trouwens ook veel IJslandse grutto’s.”

Oostenwind
Grutto’s zijn elegante steltlopers op lange, dunne poten. Ieder voorjaar verzamelen zich grote groepen in De Noordwaard. “In totaal telden we hier bijna 3100 stuks, maar afgelopen weekend verbleven er zelfs 4750 grutto’s. Dat tellen proberen we zo exact mogelijk te doen, maar door de aanhoudende oostenwind waardoor er veel slik droogvalt, krijgen de grutto’s veel speelruimte hetgeen het tellen lastiger maakt. Ze staan dan niet in grote groepen, maar

Bij laag water maken grutto's dankbaar gebruik van droogvallende zandplaten. (foto: Jacques van der Neut)
Bij laag water maken grutto’s dankbaar gebruik van droogvallende zandplaten. (foto: Jacques van der Neut)

verspreiden zich over het hele intergetijdengebied in De Noordwaard.” Volgens Van der Es is het gebied niet alleen van groot belang voor deze steltlopers, maar ook voor vogels zoals bontbekplevieren, kemphanen, wintertalingen en bonte strandlopers. “Als de grutto’s hier landen zijn ze voornamelijk in de weer met foerageren. De snavels verdwijnen onophoudelijk in de weke bodem. Door de directe invloed van het rivierwater, de openingen naar de Nieuwe Merwede bevinden zich immers op een steenworp afstand, is het blijkbaar heel voedselrijk.” De droogvallende slikken in De Noordwaard zijn niet alleen van belang voor de gewone grutto, maar zeker ook voor de IJslandse grutto, die al vroeg in het seizoen een bruinrood getekend verenkleed heeft.

ijslandsegrutto
Om inzicht te krijgen in de trekroutes worden IJslandse grutto’s voorzien van kleurringen. (foto: Jacques van der Neut)

Zoutwatersteltloper
“IJslandse grutto’s trekken in het najaar minder ver dan ‘onze’ grutto’s en overwinteren vooral in West-Europese getijdegebieden zoals Frankrijk, Spanje en Portugal, maar ook wel in Engeland en Ierland. De IJslandse grutto is dus meer een zoutwatersteltloper. Gewone grutto’s gaan echter vooral naar Spanje en West-Afrika, naar zoetwatergebieden en rijstvelden. IJslandse grutto’s worden in het voorjaar in toenemende mate waargenomen in Nederland. Ze verblijven in maart en april enige tijd in natte graslanden voordat ze verder trekken naar IJslandse broedgebieden. De Noordwaard is voor de IJslandse grutto een van de top-vijf gebieden van ons land.” In onze regio zijn de laatste jaren veel natuurontwikkelingsprojecten uitgevoerd en voor steltlopers steekt De Noordwaard daar met kop en schouders bovenuit. Het gebied kent een open structuur en belagers kunnen snel worden opgemerkt. “Terreinen als De Hoge Hof en De Tongplaat zijn omgeven door wilgenbossen en struiken. Het is bekend dat slechtvalken en haviken daar graag gebruik van maken om hun prooien te verrassen.”