Tag archieven: getij

De Hedwigepolder is ruim een jaar ‘open’…

Het juridisch geredekavel duurde jaren, maar uiteindelijk is het er dan toch van gekomen: de Hedwigepolder is ‘open’! Op 25 oktober 2022 stroomde het eerste water vanuit de Westerschelde de Hedwigepolder in.

Natuurcompensatie
Het besluit om de polder onder water te zetten werd genomen in 2005 als natuurcompensatie van een uitstaande milieuschuld. De polder zou eigenlijk in 2009 al worden teruggegeven aan de natuur, maar er bestond veel verzet tegen het onder water zetten van landbouwgrond. In Zeeland wordt zoiets immers beschouwd als vloeken in de kerk. Er zijn tot het laatste moment rechtszaken gevoerd om te voorkomen dat het water het gebied in zou stromen, meldt Omroep Zeeland. Zo probeerde de oud-eigenaar van het gebied de ontpoldering vorig jaar nog tegen te houden. Hij stelde dat het water van de Westerschelde te zwaar vervuild was met pfas. De Raad van State verklaarde dat verzoek afgelopen zomer ongegrond. Vanaf de hoge dijk kijk ik de Hedwigepolder in. De vloed heeft alles aan het zicht onttrokken.

Panoramaheuvel
Alleen de Panoramaheuvel waarop een toren zal worden gebouwd, waarin een bezoekerscentrum, een restaurant en een expositieruimte zullen worden ondergebracht, blijft duidelijk zichtbaar. Over deze Panoramaheuvel is trouwens het nodige te doen. De heuvel is namelijk maar 20 meter hoog, terwijl hij 30 meter hoog zou moeten zijn. De provincie onderzoekt hoe dit kan en zoekt naar een oplossing. Aan het verhogen van de heuvel hangt inmiddels een prijskaartje van maar liefst 400.000 euro. De Panoramaheuvel is gemaakt met de grond die vrijkwam bij het afgraven van de dijken in de Hedwigepolder. Het is de bedoeling dat de plek zich ontwikkeld tot een toeristische trekpleister. Op de rand van water en land lopen tientallen scholeksters en wulpen. Verderop staat een groepje mensen te praten. Dichterbij gekomen, herken ik een van hen: Richard Bleijenberg!

Bij hoogwater in de Hedwigepolder blijft de Panoramaheuvel goed zichtbaar. (foto: Jacques van der Neut)

Richard Bleijenberg; gids in hart en nieren
Toen ik nog bij Staatsbosbeheer werkte, bezochten we meerdere keren het Verdronken Land van Saefthinge. Soms met ons eigen district (Biesbosch), of met een groep vrijwilligers. Tijdens deze bezoeken fungeerde Bleijenberg steevast als gids en praatte dan honderduit over ‘zijn’ Verdronken Land van Saefthinge. Dat praten heeft hij trouwens nog niet verleerd. Het gaat alle kanten op: over bezoeken van de gedeputeerde Anita Pijpelink van Zeeland en de Commissaris van de Koningin. Natuurlijk gaat het ook over de familie De Kloedt (de voormalige eigenaar van de Hedwigepolder) en zijn contacten met en binnen Staatsbosbeheer. Bleijenberg tipt ook aan, hoe hij regelmatig een vies geel goedje bij chemiereus Monsanto in de Westerschelde zag sijpelen. Tenslotte komen we uit bij de Meester Van der Heijden Groeve, waar hij prachtige verhalen vertelde over de ontstaansgeschiedenis van Saefthinge. Bleijenberg is een verteller in hart en nieren. Aan het eind van ons gesprek maak ik een paar foto’s van deze levende legende. “Het is misschien je laatste kans’ voegt de inmiddels 88-jarige Bleijenberg er glimlachend aan toe. Hij stapt langzaam op zijn fiets en verdwijnt in de richting van zijn woonplaats Nieuw Namen. Een tochtje van ongeveer een uur. ..

Richard Bleijenberg; (natuur)gids in hart en nieren. (foto: Jacques van der Neut)

Aardkundig monument
De Meester Van der Heijden Groeve is een zogenoemd aardkundig monument van verschillende grondlagen in diverse kleuren. Het is volgens eigenaar Staatsbosbeheer de enige plek in Europa waar de overgang tussen het Plioceen en de grote ijstijden van het Pleistoceen te zien is. Er liggen schelpen, zand en fossielen van 2,5 miljoen jaar geleden en mogelijk ouder, aan de oppervlakte. Dit aardkundig monument heeft echter dus danig van erosie te lijden, dat men denkt aan het aanbrengen van een overkapping. Zeer waarschijnlijk komt er voor dit project subsidie beschikbaar via de Erfgoed Deal.

Ik dacht dat al de perikelen rondom de Hedwigepolder nu wel zo’n beetje achter de rug zouden zijn. Maar in het Zeeuwse verkiezingsprogramma van de Boer Burger Beweging (BBB) duikt op zijn zachtst gezegd een opvallend voornemen op om van de Hedwigepolder toch maar weer landbouwgrond te maken….

Avifauna van de Biesbosch komt eraan!

Vogelsoorten komen en gaan. Zo kun je de veranderingen in de vogelbevolking van de Biesbosch in een notendop samenvatten. “Mooi dat die zijn beschreven in de nieuwe Avifauna van de Biesbosch” stelt oud-collega boswachter Dirk Fey.

Haringvlietsluizen
In weinig landen ter wereld heeft de mens zo’n overheersende invloed op het landschap als in Nederland. De Biesbosch kan daarover mee praten. Fey maakte de ingrijpende landschapsveranderingen van nabij mee. Zo verstomde de hartslag van de Biesbosch, door de ingebruikname van de Haringvlietsluizen in november 1970. De fascinerende getijdenwerking verdween bijna helemaal. Zo’n ingreep heeft natuurlijk een groot effect op de vogelbevolking van de Biesbosch. De tijd van de grote karekiet, een in het riet huizende zangvogel met een bijzonder ver dragende riedel van raspende en krakende tonen, is voorbij. “Toen ik hier in 1965 in de woning op polder De Dood terecht kwam, zongen ze overal. Ik heb er nog eeuwig spijt van dat ik ze toen niet intensiever geteld en gekarteerd heb, tijdens een vaartocht door het Steurgat of zoiets. Die vogels zaten er gewoon en die zouden in mijn beleving ook altijd blijven. Niemand was er in die tijd eigenlijk bang voor, dat het doek voor de grote karekiet zou vallen. Maar ja, na de afsluiting was het met het riet snel gedaan, heel die boel stortte in en werd overwoekerd door brandnetels, haagwindes en wilgenroosjes. Ik had die grote karren (karekieten) moeten tellen…, maar ja, dat is allemaal achteraf”.

Door de Haringvlietsluizen verdween een groot deel van het getij in de Biesbosch. (foto; Jacques van der Neut)

Uitzetting grauwe gans
Door de aangelegde Haringvlietdam, tussen Stellendam en Hellevoetsluis, was men bang dat de Biesbosch in rap tempo zou dichtgroeien en werden er plannen gesmeed om grauwe ganzen in het terrein uit te zetten. Met hun vraat, zou het open karakter van de Biesbosch behouden blijven, althans dat dacht men toen. “Het bleef niet bij plannen, want ik heb ze zelf rond 1971 meen ik, uitgezet. De datum weet ik nog precies, negen juni, op mijn verjaardag nota bene! Het ging toen overigens niet om grote aantallen, drie paar om precies te zijn. Biesboschliefhebber Tom Lebret was er destijds een groot voorstander van en had goede contacten met mensen uit Het Zwin, waar de vogels vandaan kwamen. Ze wilden er daar graag vanaf. Het was in feite niet meer dan een zeer bescheiden aanzet voor de Biesbosch. Later begonnen de grauwe ganzen spontaan op andere locaties in Nederland te broeden en dat kwam natuurlijk niet door die drie paar ganzen die ik in de Biesbosch heb losgelaten” benadrukt Fey.

Nauwelijks broedende roofvogels
De gedaantewisseling van de Biesbosch voltrok zich weliswaar langzaam, maar gestaag. Toen het getij nog vrij spel had, was er niet of nauwelijks broedgelegenheid voor roofvogels. “Dat klopt. Het getij drukte een grote stempel op het gebied. Broedende kiekendieven en buizerds waren er niet. Je zag amper haviken en sperwers. Torenvalken zag je eigenlijk alleen maar in de polders en graslanden rondom de Biesbosch. Je was toen als vogelaar al heel blij met een voorbij vliegende slechtvalk. Daar komt nog bij dat jagers ervan uit gingen, dat alles wat zwart (kraaien) zag of voorzien was van een kromme snavel en klauwen dood moest. Het was gewoon een totaal andere tijd.”

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is torenvalk_0005.jpg
Toen het getij in de Biesbosch de dienst uitmaakte, zag Fey alleen torenvalken in de omringende polders en graslanden. (foto; Jacques van der Neut)

Meer broedvogelsoorten na afsluiting
Toen het getij de dienst uitmaakte in de Biesbosch, kwamen er ongeveer 90 verschillende vogelsoorten tot broeden. Dat aantal is thans opgelopen tot 117, in vijftig jaar dus 27 broedvogelsoorten erbij. Vooral de stormachtige ontwikkeling van de cetti’s zanger spreekt enorm tot de verbeelding. Het is een kleine, bruine zangvogel die in rietruigten huist en wordt gekenmerkt door een keiharde, explosieve zang. Het oorspronkelijke broedgebied ligt in Midden-Frankrijk, maar door uitbreiding van zijn woon-en leefgebied in noordwestelijke richting, komt de cetti’s zanger momenteel in de Biesbosch veel voor. Met ongeveer 1400 paar is het gebied voor deze onopvallend gekleurde rietvogel een kerngebied zonder weerga. Dankzij deze omvangrijke broedpopulatie vestigen cetti’s zangers zich trouwens ook buiten de Biesbosch. Zo hoor ik de uitbundige zang regelmatig op diverse locaties in Dordrecht: in de groenvoorziening bij villawijk De Hoven, langs de Haaswijkweg Oost, rondom het Da Vinci College en op verschillende plekken langs het Wantij.

Een nieuwe, dikke Biesboschpil
In de avifauna beschrijven Sander Terlouw, Albert de Jong, Rob Haan, Hans Gebuis en Reinier Jaquet het recente voorkomen en de ontwikkeling van alle 328 waargenomen vogelsoorten. Ruim 100 jaar

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is Omslag-Avifauna-van-de-Biesbosch-721x1024.jpg
De Avifauna van de Biesbosch is beschikbaar vanaf 12 december.

vogelhistorie overzichtelijk geordend, gebaseerd op tellingen, publicaties en ander archiefmateriaal. Per soort wordt de specifieke situatie toegelicht met kaarten en grafieken en uiteraard gaan de samenstellers ook in op de relatie tussen het beheer en de veranderingen in de vogelbevolking. Zij onderstrepen tevens het belang en de rol van het vermaarde zoetwatergetijdengebied op landelijke schaal. Met maar liefst 570 pagina’s en 638 fraaie foto’s legt het naslagwerk heel wat gewicht in de schaal. De Avifauna van de Biesbosch is vanaf 12 december verkrijgbaar. Kijk voor meer informatie op: www.biesboschboek.nl