Op verzoek van het Augustijnenhof, in samenwerking met Museum Twintighoeven, geef ik op zaterdag 13 september aanstaande een presentatie met als titel: ‘De Biesbosch; waar polderland water wordt…’. De hoge waterstanden van 1993 en 1995 brachten diverse natuurontwikkelingsplannen qua uitvoering in een stroomversnelling. Rond de eeuwwisseling kondigde Rijkswaterstaat het beleid ‘Ruimte voor de Rivier’ aan, waarbij meer ruimte werd gecreëerd voor toekomstige, hoge rivierafvoeren. De creatie van een doorstroomgeul in de Noordwaard, het voormalige landbouwgebied van Werkendam, is een bijzonder aansprekend onderdeel van het programma Ruimte voor de Rivier. Momenteel is er ruim 3500 hectare ‘nieuwe’ natuur aan De Biesbosch toegevoegd. Door al deze ontwikkelingen trekt het gebied nu veel vogels zoals lepelaars, grutto’s en roerdompen. Als klapstuk vestigde de zeearend zich er in 2012 als broedvogel, gevolgd door de visarend in 2016.
Graafwerkzaamheden in de Tongplaat op 15 september 2011. (foto; Jacques van der Neut)
Locatie Na mijn presentatie kunt u het museum Twintighoeven bezoeken. De toegang voor beide activiteiten is gratis. Locatie: kantine Hoeve Jong Dordrecht, Noorderelsweg 2B in Dordrecht. Inloop vanaf 10.30u, aanvang 11.00u. Om de presentatie bij te wonen dient u zich hier aan te melden.
De Tongplaat vanuit de lucht. Situatie: 21 oktober 2018. (foto; Jacques van der Neut)
In IJsland is de watersnip nagenoeg overal te horen en daarnaast vertoont deze fraaie steltloper zich er ook regelmatig op paaltjes en schuurtjes.
Ooit sierde de watersnip onze bankbiljetten van honderd gulden. Ik vond het een prachtig gestileerd portret van de ontwerper Robert Deodaat Emile “Ootje” Oxenaar die op 13 Juni 2017 overleed. De snip maakte toen overigens, samen met de zonnebloem en de watertoren, onderdeel uit van een drieluik. We hebben het dan over het eind van de jaren ’70 van de vorige eeuw. Sindsdien is het aantal in ons land broedende watersnippen gedaald. Onze bijzonder efficiënte landbouw met de nodige waterpeilverlagingen deed de vogel geleidelijk de das om. Alleen in gebieden waar sprake is van hoge waterstanden, van ‘plas dras situaties’ kan de watersnip zich nog enigszins als broedvogel handhaven. Hoe anders is de situatie in IJsland! In juni en juli dit jaar bezocht ik IJsland en hoorde werkelijk overal watersnippen. In het veld zijn deze vogels, dankzij hun perfect gecamoufleerde verenkleed, praktisch onzichtbaar.
Moerassig terrein in een riviermonding. (foto; Jacques van der Neut)
De kleur van de veren vertoont immers een oneindige mix van olijfbruine- en okergele tinten. Tijdens een wandeling zie je ze door de lucht scheren. Ook de magnifieke baltsvluchten met het bijbehorende geluid was eigenlijk dagelijkse kost. Vliegende watersnippen hebben een karakteristiek silhouet met een ingetrokken kop en een schuin omlaag gehouden snavel. Zij vliegen met krachtige, snelle, soms rukkende vleugelslagen. Snippen op vrijersvoeten vallen veel meer op; het zijn dan echte uitslovers. Met een verrekijker kun je die heen en weer scherende beesten goed volgen. Tijdens baltsvluchten winnen de vogels eerst hoogte en laten zich vervolgens in de diepte vallen. Door vibreren van de buitenste staartveren wordt er een mekkerend geluid voortgebracht. Vanwege dat typische geluid noemen we de watersnip ook wel hemelgeit. Engelse birdwatchers noemen dat kenmerkende geluid ‘drumming’. De bijnaam klinkt daar minstens zo mooi: ‘Goat of the bogs’.
Goed zichtbaar in het open, IJslandse landschap
Tijdens ons verblijf in IJsland zien we vaak overvliegende watersnippen. Met de verrekijker kun je ze dan mooi volgen en niet zelden scheren ze baltsend over je heen. Het is dan zaak om zo’n voorbij scherende vogel met je camera te volgen. Natuurlijk heb je dan een telelens erop staan en je camera heb je ingesteld op meerdere opnamens per seconde, de zogenaamde ‘sportstand’. Het komt er dan op aan om de voorbij razende vogels te volgen en natuurlijk in je zoekerbeeld te houden. Soms lukt dat heel goed en soms ook niet. Het landen van zo’n watersnip op een houten paal in een golvend weiland is een buitenkansje. De watersnip balanceert dan doodleuk op zo’n paal en gaat dan nog even uitgebreid de veren poetsen. Soms zelfs op een paar meter afstand! Als de watersnip echter inééns in een kletsnat weiland neer ploft, dan ben je hem meestal kort daarop volledig kwijt. Niets meer van te zien. De perfecte camouflagekleuren bewijzen in dat geval een goede dienst.
Een baltsende watersnip scheert door de lucht. (foto; Jacques van der Neut)