Jacht met de camera

fotomuseum
(foto: Marlies Media; opname gemaakt met Eyephone).

Natuurfotografie is in trek. Het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam maakte er een tentoonstelling over. Jacht met de camera/Pioniers van de Nederlandse natuurfotografie is te bezichtigen tot 4 september 2016. Er is ook aandacht voor Dialogues with Nature, het werk van Frans Lanting.  

Pioniers
Al sinds 1873 trekken Nederlandse natuurliefhebbers met hun camera er opuit om de natuur vast te leggen. In die dagen was dat sjouwen geblazen. Films bestonden nog niet. Het beeld werd vastgelegd op glasnegatieven en in de doka ontwikkeld. De camera’s konden de beweging van vogels niet vastleggen en daarom was het toen niet ongewoon om vogels dood te schieten (…), vervolgens te prepareren en als laatste stap te plaatsen in een natuurlijk decor,   waarna het gearrangeerde geheel in alle rust kon worden gefotografeerd. De tentoonstelling Jacht met de camera/Pioniers van de Nederlandse natuurfotografie laat u de natuur beleven door de ogen van pioniers van de natuurfotografie zoals Jan P. Strijbos, Adolphe Burdet en Richard Tepe. Uit de ruim 90.000 historische natuurfoto’s die het museum in zijn collectie heeft, is voor het eerst een selectie gemaakt die het verhaal van de opkomst van de natuurfotografie vertelt. Niet eerder is er over de prille dagen van de Nederlandse natuurfotografie een tentoonstelling gemaakt die zo’n compleet beeld geeft van de schoonheid van onze natuur en de rol die hun fotografie speelde bij de steeds luider wordende roep om natuurbescherming.

tentoonstelling1
Het fotowerk van Lanting is fraai tentoongesteld. (opname gemaakt met Smartphone)

Dialogues with Nature
Zo heet de eerste grote overzichtstentoonstelling van het werk van Frans Lanting. De geboren Rotterdammer wordt beschouwd als een van de grote fotografen van deze tijd. Al vier decennia lang legt Lanting de wonderen van de natuur over de hele wereld vast; van de Amazone tot Antarctica. De smaakvolle tentoonstelling omvat foto’s van vijf van zijn bekendste projecten zoals Eye tot Eye en Life: A Journey Through Time. De foto’s hangen mooi uitgelicht en zijn een lust voor het oog. De opnamens uit het analoge tijdperk (de jaren ’70 en ’80) kenmerken zich door de grove korrel, hetgeen we tegenwoordig betitelen als ruis. Veel foto’s zoals de baltsende albatrossen, de olifanten bij maanlicht in de Okavango, de pinguins in de Zuidpool, drinkende leeuwen en de poema in close-up zijn natuurlijk bekende platen. De genoemde opnamens sierden immers menige uitgave van de National Geographic en omslagen van een oneindige reeks aan boeken. Natuurfotografie wint de laatste

tentoonstelling2
Dialogues with Nature (opname gemaakt met Smartphone)

jaren aan populariteit. Uit een quickscan van het Centrum voor Natuurfotografie blijkt dat ons land momenteel ongeveer 400.000 natuurfotografen telt. Het Centrum baseert zich daarbij op verkoopcijfers van de vereniging van Fabrikanten, Importeurs en Agenten op Radiogebied (FIAR), over de periode 2005 tot 2011, die aangeven dat 4,5 tot 5% van alle Nederlanders een spiegelreflexcamera bezit. Op een totaal van 16 miljoen inwoners komt dat neer op zo’n 760.000 spiegelreflexcamera’s. Die worden natuurlijk niet allemaal gebruikt om natuurbeelden mee te maken. Op basis van stijgende verkopen en profielonderzoeken door het magazine Zoom,nl, is een schatting van 400.000 beoefenaars van natuurfotografie volgens de branche een realistische schatting. Zoals je ziet, zijn de opnamens bij dit blog gemaakt met mobieltjes, een ontwikkeling waar de Pioniers van de Nederlandse natuurfotografie nog geen weet van hadden.