Tag archieven: IJsland

IJsland is watersnippenland bij uitstek

In IJsland is de watersnip nagenoeg overal te horen en daarnaast vertoont deze fraaie steltloper zich er ook regelmatig op paaltjes en schuurtjes.

Ooit sierde de watersnip onze bankbiljetten van honderd gulden. Ik vond het een prachtig gestileerd portret van de ontwerper Robert Deodaat Emile “Ootje” Oxenaar die op 13 Juni 2017 overleed. De snip maakte toen overigens, samen met de zonnebloem en de watertoren, onderdeel uit van een drieluik. We hebben het dan over het eind van de jaren ’70 van de vorige eeuw. Sindsdien is het aantal in ons land broedende watersnippen gedaald. Onze bijzonder efficiënte landbouw met de nodige waterpeilverlagingen deed de vogel geleidelijk de das om. Alleen in gebieden waar sprake is van hoge waterstanden, van ‘plas dras situaties’ kan de watersnip zich nog enigszins als broedvogel handhaven. Hoe anders is de situatie in IJsland! In juni en juli dit jaar bezocht ik IJsland en hoorde werkelijk overal watersnippen. In het veld zijn deze vogels, dankzij hun perfect gecamoufleerde verenkleed, praktisch onzichtbaar.

Moerassig terrein in een riviermonding. (foto; Jacques van der Neut)

De kleur van de veren vertoont immers een oneindige mix van olijfbruine- en okergele tinten. Tijdens een wandeling zie je ze door de lucht scheren. Ook de magnifieke baltsvluchten met het bijbehorende geluid was eigenlijk dagelijkse kost. Vliegende watersnippen hebben een karakteristiek silhouet met een ingetrokken kop en een schuin omlaag gehouden snavel. Zij vliegen met krachtige, snelle, soms rukkende vleugelslagen. Snippen op vrijersvoeten vallen veel meer op; het zijn dan echte uitslovers. Met een verrekijker kun je die heen en weer scherende beesten goed volgen. Tijdens baltsvluchten winnen de vogels eerst hoogte en laten zich vervolgens in de diepte vallen. Door vibreren van de buitenste staartveren wordt er een mekkerend geluid voortgebracht. Vanwege dat typische geluid noemen we de watersnip ook wel hemelgeit. Engelse birdwatchers noemen dat kenmerkende geluid ‘drumming’. De bijnaam klinkt daar minstens zo mooi: ‘Goat of the bogs’.

Goed zichtbaar in het open, IJslandse landschap

Tijdens ons verblijf in IJsland zien we vaak overvliegende watersnippen. Met de verrekijker kun je ze dan mooi volgen en niet zelden scheren ze baltsend over je heen. Het is dan zaak om zo’n voorbij scherende vogel met je camera te volgen. Natuurlijk heb je dan een telelens erop staan en je camera heb je ingesteld op meerdere opnamens per seconde, de zogenaamde ‘sportstand’. Het komt er dan op aan om de voorbij razende vogels te volgen en natuurlijk in je zoekerbeeld te houden. Soms lukt dat heel goed en soms ook niet. Het landen van zo’n watersnip op een houten paal in een golvend weiland is een buitenkansje. De watersnip balanceert dan doodleuk op zo’n paal en gaat dan nog even uitgebreid de veren poetsen. Soms zelfs op een paar meter afstand! Als de watersnip echter inééns in een kletsnat weiland neer ploft, dan ben je hem meestal kort daarop volledig kwijt. Niets meer van te zien. De perfecte camouflagekleuren bewijzen in dat geval een goede dienst.

Een baltsende watersnip scheert door de lucht. (foto; Jacques van der Neut)

Veel ‘IJslanders’ in De Noordwaard

Vorige maand waren de eerste grutto’s in onze contreien weer present. “Voor deze fraaie steltlopers is De Noordwaard in Werkendam een heel belangrijk gebied” zegt Thomas van der Es, boswachter bij Staatsbosbeheer in De Biesbosch. “In de loop van de tijd nemen de aantallen toe. In De Noordwaard verblijven trouwens ook veel IJslandse grutto’s.”

Oostenwind
Grutto’s zijn elegante steltlopers op lange, dunne poten. Ieder voorjaar verzamelen zich grote groepen in De Noordwaard. “In totaal telden we hier bijna 3100 stuks, maar afgelopen weekend verbleven er zelfs 4750 grutto’s. Dat tellen proberen we zo exact mogelijk te doen, maar door de aanhoudende oostenwind waardoor er veel slik droogvalt, krijgen de grutto’s veel speelruimte hetgeen het tellen lastiger maakt. Ze staan dan niet in grote groepen, maar

Bij laag water maken grutto's dankbaar gebruik van droogvallende zandplaten. (foto: Jacques van der Neut)
Bij laag water maken grutto’s dankbaar gebruik van droogvallende zandplaten. (foto: Jacques van der Neut)

verspreiden zich over het hele intergetijdengebied in De Noordwaard.” Volgens Van der Es is het gebied niet alleen van groot belang voor deze steltlopers, maar ook voor vogels zoals bontbekplevieren, kemphanen, wintertalingen en bonte strandlopers. “Als de grutto’s hier landen zijn ze voornamelijk in de weer met foerageren. De snavels verdwijnen onophoudelijk in de weke bodem. Door de directe invloed van het rivierwater, de openingen naar de Nieuwe Merwede bevinden zich immers op een steenworp afstand, is het blijkbaar heel voedselrijk.” De droogvallende slikken in De Noordwaard zijn niet alleen van belang voor de gewone grutto, maar zeker ook voor de IJslandse grutto, die al vroeg in het seizoen een bruinrood getekend verenkleed heeft.

ijslandsegrutto
Om inzicht te krijgen in de trekroutes worden IJslandse grutto’s voorzien van kleurringen. (foto: Jacques van der Neut)

Zoutwatersteltloper
“IJslandse grutto’s trekken in het najaar minder ver dan ‘onze’ grutto’s en overwinteren vooral in West-Europese getijdegebieden zoals Frankrijk, Spanje en Portugal, maar ook wel in Engeland en Ierland. De IJslandse grutto is dus meer een zoutwatersteltloper. Gewone grutto’s gaan echter vooral naar Spanje en West-Afrika, naar zoetwatergebieden en rijstvelden. IJslandse grutto’s worden in het voorjaar in toenemende mate waargenomen in Nederland. Ze verblijven in maart en april enige tijd in natte graslanden voordat ze verder trekken naar IJslandse broedgebieden. De Noordwaard is voor de IJslandse grutto een van de top-vijf gebieden van ons land.” In onze regio zijn de laatste jaren veel natuurontwikkelingsprojecten uitgevoerd en voor steltlopers steekt De Noordwaard daar met kop en schouders bovenuit. Het gebied kent een open structuur en belagers kunnen snel worden opgemerkt. “Terreinen als De Hoge Hof en De Tongplaat zijn omgeven door wilgenbossen en struiken. Het is bekend dat slechtvalken en haviken daar graag gebruik van maken om hun prooien te verrassen.”