Categorie archieven: Fotografie

Visarenden fotograferen in Rutland (UK)

Visarenden broeden weliswaar in Nederland (Biesbosch), maar de fascinerende, visetende roofvogels, zijn hier niet zo gemakkelijk te fotograferen. In Rutland (Engeland) blijkt dat wel mogelijk. Hans Germeraad, Rob Riemer en ik gaan eens kijken of dat inderdaad zo is.

Forellenkwekerij
Het fotograferen van visarenden combineren we met een bezoek aan een voederplaats voor rode wouwen in Rhayader (Wales). De ervaringen met de rode wouwen laat ik in dit blog echter buiten beschouwing. Na ons bezoek aan de bewuste voederplaats, zetten we koers naar The Old Pheasant Hotel in Oakham. De Horn Mill Trout Farm, de plek waar je visarenden kunt fotograferen, ligt ongeveer op een half uur rijden. Op maandag 20 mei jongstleden hebben we onze eerste fotosessie bij de forellenkwekerij. De poel met een lengte van ongeveer 37 meter en een breedte van vijftien meter ligt pal voor onze, ingegraven hut. Binnen is er plaats voor zes fotografen. De belangstelling voor deze hut is enorm en het was een behoorlijk karwei om hier een plekje te versieren. In totaal doen we drie sessies. Het gebruik van de poel om visarenden te fotograferen heeft zich inmiddels ontwikkeld tot een leuk verdienmodel. Per persoon betaal je per sessie 75 pond. Vier dagen per week is er een ochtend- en een middagsessie. Dagelijks levert de visarendfotografie dus maar liefst 900 pond op! Een lucratieve bezigheid! Volgens mij brengt de poel met de fotografie meer op, dan al de andere poelen waarin regenboogforellen worden gekweekt. Over al de poelen zijn netten aangebracht, met uitzondering van de ‘fotografiepoel’. Overigens wordt de resterende vis in deze poel natuurlijk ook gewoon verkocht voor de consumptie. Het klinkt allemaal heel mooi en aardig, maar levert dat opnamens van visarenden op een presenteerblaadje?

Het mannetje streek steevast neer op een kale boomtak, vlak boven de visarendpoel. (foto; Jacques van der Neut)

Dominant mannetje
Nee, zeer zeker niet! Zo vertelt een medewerker van de kwekerij ons dat de poel binnen het territorium valt van een nogal dominant mannetje. Deze vogel houdt indringers dus op afstand. Tijdens een fotosessie praat je in feite dus over een vogel (de dominante man) die wellicht twee keer naar die poel komt om er vis te verschalken. Het mannetje, voorzien van een groene kleurring (inscriptie 28) bidt niet, maar landt eerst consequent in een dode boomtak. Vanuit zijn hoge positie bekijkt hij alles rustig en knikt daarbij diverse malen met de kop. De visarend heeft immers te maken met breking van het licht en dat bemoeilijkt de juiste bepaling van de prooi. Dan zeilt de visarend inééns omlaag en lijkt daarbij nota bene recht onze hut in te vliegen! Instinctief deinst een aantal fotografen met hun camera’s achteruit en de vogel ploft amper twee meter voor ons in het water! Opspattende waterdruppels zijn voelbaar… Telelenzen zijn hier dus niet nodig; ik fotografeer met een 70-200mm f 2.8 zoomlens met een Canon 7D Mark II. Een rijstzak is hierbij wel een handig hulpmiddel. Je kunt je moeilijk op de komst van deze visarend voorbereiden. De ene keer graait hij een forel uit de poel, bijna zonder het water te raken. Voordat je erg in hebt is de vogel er weer vandoor. Een andere keer ploft de vogel in het water. Er is geen peil op te trekken. De poel wordt ook bezocht door andere soorten zoals rode wouw, kleine zilverreiger, ijsvogel, blauwe reiger en mandarijneend.

Zicht vanuit de ingegraven fotohut op de visarendpoel in de Horn Mill Trout Farm in Rutland. (foto; Jacques van der Neut)

Herintroductie
De visarenden zijn in Rutland uitgezet. Tussen 1996 en 2001 zette men er 64 jonge visarenden uit. De vogels kwamen uit Schotland en waren bij de uitzetting zo’n zes weken oud. In 2001 was er voor het eerst sprake van een broedend paartje. In het gebied zwerven zo’n 25 visarenden, waarvan er acht paar daadwerkelijk broedt. In april 2019 werd het 150ste jong in Rutland geboren. Bij een aantal nesten staat een webcam en op grote schermen in de diverse observatiehutten kun je het wel en wee van een jong visarendgezin van nabij volgen. Vrijwilligers geven deskundig uitleg bij de beelden. Een arsenaal aan vrijwilligers houdt de wandelpaden bij en verrichten er ook onderhoudswerkzaamheden. Ook de bewegwijzering klopt er als een bus. Nergens een kapotgetrapt bord of graffiti… Ook de nesten van de visarenden worden jaarlijks gecontroleerd. Een nest dat iets scheef lijkt te zakken wordt op wordt voor manier dan ook met balken ondersteund. Een wezenlijk andere situatie dan bij ‘ons’ in de Biesbosch.

In de Biesbosch, onderdeel van het zogenaamde zoetwatergetijdengebied broeden de visarenden immers volledig op eigen kracht. Dit jaar hebben zich er twee paartjes gevestigd: een paar in een boomnest en het andere in een hoogspanningsmast. Wellicht is er een derde koppel op komst. Gezien het late tijdstip, zal het derde paartje dit jaar echter niet meer tot broeden komen. Het mannetje sloofde zich dit jaar er wel behoorlijk uit. Aanhoudend hoog fluiten, prachtige golvende vluchten. Het mocht allemaal niet baten. Wellicht volgend jaar dan de definitieve vestiging van het derde broedpaar in de Biesbosch?

Ervaringen met een drijvende fotohut

Drijvende fotohut. (foto; Jacques van der Neut)

Het maken van een natuur- of fotoreis is tegenwoordig populair. In het programma van Wildpix Travel, een initiatief van Han Bouwmeester en Martin Steenhaut, is een nieuwe fotoreis opgenomen naar Bulgarije. De beschrijving op de website spreekt mij aan en ik boek voor de laatste week van mei.

Floating hide
In het programma is het fotograferen vanuit een drijvende fotohut (floating hide) opgenomen. Iedere ochtend komen Iliyan Valchanov en zijn vrouw Nelly ons klokslag 05.30u ophalen en worden de fotografen over de auto’s verdeeld. Marc-Peter Kooistra en ik worden in een perfect passend waadpak gehesen en kort daarop sjezen we uiteraard met de nodige slaloms (vanwege de vele gaten en scheuren in het wegdek) door doodstille dorpen en over verlaten wegen. Onze bestemming is een ondiep meer ter grootte van zo’n twee hectare. Kooistra en ik krijgen een klein plastic doosje mee om geheugenkaarten of een mobiel in op te bergen. Ik prop er ook nog een 16-35mm groothoek in. Vanaf de oever laten we ons het water inglijden. In het begin was ik eerlijk gezegd een beetje huiverig, je sjouwt tenslotte toch met kostbare apparatuur… De drijvende fotohut heeft de vorm van een hoefijzer en is gemaakt van licht materiaal. Het geheel is overkapt en aan de voorkant is een kijkgat aangebracht. De bodemplaat van de floating hide is voorzien van een schroef waarop een Wimberlyhead past. Met de koppelingsplaat bevestig je je lens (in mijn geval een Canon 500mm f 4.0) en klaar is Kees!

Mannetje woudaap. (foto: Jacques van der Neut)

Woudaap
Het lopen over de enigszins slappe bodem went snel. We zijn nog maar kort in het water of we horen al het kenmerkende, ‘blaffende’ geluid van de woudaap. Goed de rietrand afturen en ja wel, daar staat een mannetje, met de rode snavel schuin omhoog gericht. Wat een mooi gezicht! Om zo min mogelijk geluid te maken, laat ik mij op mijn knieën zakken en ‘loop’ zo over de bodem naar de roepende vogel. Op een afstand van zeven, acht meter stop ik en kan de vogel met de Canon 5D mark III goed fotograferen. Een woudaap zo zien én fotograferen maakte ik nog niet eerder mee. Het zijn echte acrobaten, met de lange, dunne tenen wurmen zij zich overal doorheen. Eind mei is trouwens ook een goede periode voor de grote karekiet. Als deze rietvogel zijn raspende zang laat horen, is de rode keel duidelijk zichtbaar. Op een gegeven ogenblik ‘zit’ ik op een afstand van vier, vijf meter. Het loopt inmiddels tegen tienen en de zon wint hoogte. In de verte zie ik een grijzige vlek staan, een kwak! De vogel kan ik moeiteloos benaderen, maar door het harde licht, is de rug van deze magnifieke vogel, door de schaduw van de omringende vegetatie, behoorlijk ‘gestreept’. Fotografisch gezien vind ik het eigenlijk niks en loop geleidelijk terug naar de wal waar ik mijn waadpak uitdoe. Het is hoog tijd voor een tukkie.

Een wijfje woudaap klautert door het riet. ( foto: Jacques van der Neut)

Muskusrat
Een paar dagen later is er een egale, gedekte lucht en ik besluit weer met de drijvende fotohut in de weer te gaan. Nelly brengt mij en de omstandigheden in het meer zijn nu totaal anders. Het licht is mooi zacht en geeft geen harde schaduwen. Hier en daar ontluiken de eerste pollen watergentiaan; over een paar weken zal dit meer intens geel kleuren door de massale bloei van deze bijzonder decoratieve waterplanten, Het meer is niet bijzonder vogelrijk; de grote karekiet is weer van de partij, net als een waterhoen, de woudaapjes, een wilde eend en een ijsvogel. Er blijkt een kans te bestaan op foeragerende zwarte ooievaars, maar helaas… nu niet. Een zwemmende muskusrat is wel leuk; het dier verorbert op zijn gemak waterplanten. Er schieten ook enkele slangen voorbij; een ringslang met de karakteristieke geel-zwarte koptekening. Na terugkomst in Nederland stuurt Marc-Peter Kooistra mij enkele foto’s van een zwemmende slang met een bruine kop, zeer waarschijnlijk een dobbelsteenslang, een soort die eveneens graag in het water vertoeft en volstrekt ongevaarlijk, net als de ringslang trouwens.