Alle berichten van jvanderneut

Weerzien met Lesbos

Op de kop af 21 jaar geleden bezochten wij dit prachtige eiland in de Egeïsche Zee. Dat bezoek van destijds koppel ik automatisch aan de moord op politicus Pim Fortuyn. Daarnaast staan de velden met wilde bloemen en vele vogels, mij nog helder voor de geest. Hoe zou het er nu zijn? Veel veranderingen wellicht? Met mijn zoon Martijn breng ik wederom een bezoek.

Mytilini Airport
Voordat we op pad gaan, kregen we de nodige berichten over het schrappen van vluchten door Transavia. Zelfs tot op de dag van vertrek horen reizigers dat hun geboekte vlucht niet doorgaat. Wij ondervinden daar echter geen last van. Door de beveiliging en inchecken op Schiphol is een fluitje van een cent. Nergens lange rijen en… ons vliegtuig vertrekt volgens schema. Het toestel is bij lange na niet vol; na een tussenlanding op Skyathos zitten er zelfs nog minder mensen in. Kort daarop landen we op Lesbos, op Mytilini Airport om precies te zijn en halen we onze huurauto op. Op Lesbos is de Rüppells grasmus een van de zeldzaamste

De Rüppells grasmus is zeer zeker geen algemene broedvogel op Lesbos. (foto; Jacques van der Neut)

broedvogels. Aangezien we toch aan de zuidkant van het eiland zitten, gelijk maar langs de bewuste locatie gereden. De Rüppells grasmus kenmerkt zich door een opvallend zwarte keel en natuurlijk bijbehorende witte baardveren. De vogel huist in een vegetatie die wel iets lijkt op Maquis. De Maquis is een vegetatievorm die vooral in landen rond de Middellandse Zee voorkomt. Het bestaat uit verschillende soorten struiken en bomen die hoofdzakelijk op rotsachtige bodem groeien. In deze vegetatie zoekt de Rüppells grasmus onder meer naar insecten, larven, bessen en spinnen. Een paar keer hebben we geluk; de vogel zit soms boven in de stekelige struiken. Meestal blijft het beperkt tot het zien van silhouetten die door de vegetatie scharrelen. We horen en zien er ook diverse kleine zwartkoppen en Balkan baardgrasmussen.

Een fabelachtige weg
Om geschikte gebieden af te struinen, gebruiken we onder meer de informatie uit de Crossbill Guide over het eiland. Het is weliswaar een publicatie van een paar jaar terug, maar de bewuste gebieden liggen er ongetwijfeld nog. Zo rijden we de route van Sigri naar Erossos, een weg over steenslag. Wij hebben een Toyota Aygo, die niet zo hoog op de wielen staat. Af en toe slepen we met keien om onze huurauto gelijkmatig ‘drempels’ te laten nemen. Het is een prachtig, slingerend pad met fabelachtig veel vogels. Zo zien wij hier duinpieper, Oostelijke blonde tapuit, roodborsttapuit, isabeltapuit, bruinkeelortolaan, Balkan baardgrasmus, wielewaal, kleine klapekster, grauwe – en withalsvliegenvanger, maskerklauwier, grauwe gors en kuifleeuwerik.

De Balkan baardgrasmus verblijft doorgaans in dicht struikgewas. (foto; Jacques van der Neut)

De aantallen grauwe klauwier zijn hier werkelijk fenomenaal. Wij schatten er zo’n 150 tot 200 op deze rit te hebben gezien. Het moet er dus wemelen van de insecten. Bij het rijden over dit hobbelige pad doet onze huurauto wederom dienst als mobiele schuilhut. Sommige vogels laten zich probleemloos tot op enkele meters naderen.

Zoutpannen bij Skala Kalloni
Een bezoek aan de zoutpannen bij Skala Kalloni mag uiteraard niet ontbreken. Het Griekse woord Skala betekent kust. De enorme berg zout in deze zone trekt weliswaar de aandacht, maar natuurlijk zijn hier veel vogels te zien. Allereerst natuurlijk de opvallende kleine zilverreigers, de zwarte ooievaars en de honderden flamingo’s. Boven het ondiepe water vliegen witvleugelsterns, witwangsterns, visdieven, dwergsterns en wij hadden er ook een overvliegende lachstern. Kroeskoppelikanen waren er ook, drie stuks om precies te zijn. Op de slikranden vanzelfsprekend de nodige steltlopers zoals steltkluut, kluut, bosruiter, krombekstrandloper en kleine strandloper. De laatste soort al mooi in broedkleuren, met oneindige nuances aan bruine rugveren. Ook de ‘krombekken’ beschikken in mei over prachtige, donkerrode tinten. De laatste twee soorten moeten nog een stuk vliegen naar de broedgebieden in noordelijke streken. Op een bepaalde dag hadden we ook veel doortrekkende roodkeelpiepers. Ook die moeten net als de kleine- en krombekstrandloper nog een behoorlijk stuk vliegen. De vogels zagen er in hun broedkleed in ieder geval opperbest uit, met een fraaie, zacht oranje gekleurde borst.

De fantastische Potamia Valley
Een prachtige streek met een dominantie van olijfboomgaarden. Sommige bomen zitten vol scheuren en gaten, maar desondanks kunnen deze grillig gevormde struiken en bomen het lang volhouden. Er zijn immers olijfbomen die eeuwen meegaan! Zo’n verweerde stam moet onderdak bieden aan diverse soorten broedvogels en wellicht ook slangen. In november worden de olijven geoogst. Terwijl we door de boomgaard struinen zien we een stel uitgevlogen rouwmezen. De jonge vogels zitten met trillende vleugels te wachten tot dat zij worden gevoerd door de druk in de weer zijnde ouders. Op de stronken strijken meerdere maskerklauwieren neer en we horen tevens de zang van de vale – en de Griekse spotvogel. De laatste soort wordt heel toepasselijk in het Engels Olive-tree Warbler genoemd. Verder veel groenlingen, putters, bonte kraaien en bijzonder luidruchtige bijeneters.

Een prachtig verweerde olijfboom in de Potamia Valley. (foto;Jacques van der Neut)

Geelpootmeeuw zorgt voor vertraging
Op 11 mei vliegen we weer terug naar Schiphol, maar het vertrek laat op zich wachten. De co-piloot verstrekt ons nadere informatie. Op de heenweg landde het toestel waarin wij zitten ook op Skyathos; tijdens het opstijgen raakte een van de motoren een ‘meeuw’. Voor de zekerheid willen ze daar voor vertrek, door een gekwalificeerd iemand naar laten kijken, maar dat kan even duren. De bewuste persoon moet tenslotte ergens op het eiland worden opgetrommeld. Kort daarop horen we dat er niet kan worden gevlogen en dat we zijn overgeboekt op een vlucht van Corendon, dezelfde dag weliswaar, maar pas om 22.00uur! Dat wordt dus een lange zit en nachtwerk. Vlak voor we het toestel verlaten, zeg ik tegen het Nederlandse cabinepersoneel dat het draait om een geelpootmeeuw; dit deel van Europa wordt immers door deze soort gedomineerd. Ik heb het idee dat mijn opmerking niet veel zoden aan de dijk zet. Na ongeveer anderhalf uur krijgen we het verzoek om weer aanboord te gaan. De techneut heeft geen schade aan de motor vastgesteld en we kunnen dus weg. Hiep hoi!

Văcăreşti; groen lustoord voor natuurliefhebbers in Boekarest

Văcăreşti in Boekarest toont de enorme veerkracht van de natuur. Zonder menselijke bemoeienis heeft de natuur deze verlaten bouwput uit het communistische tijdperk omgevormd tot een groene oase in de dichtbevolkte stad.

Groene ader
Via internet boeken we een paar overnachtingen in Boekarest, om precies te zijn in Les Jardins Carol. Het hotel ligt buiten het drukke centrum van Boekarest, maar dichtbij een aantal op elkaar aansluitende stadsparken, die de groene long vormen van deze Oost-Europese metropool. Meteen na onze landing in Boekarest is het al raak, we worden belazerd door onze taxichauffeur en vanaf dit moment besluiten we alleen nog in zee te gaan met chauffeurs die rijden via Uber Taxi. Mijn zoon Martijn en ik verblijven een paar nachten in Les Jardins Carol en doen daarbij vooral het centrum aan. In Europees verband wordt er gevoetbald en we gaan het centrum in om een hapje te eten, daarna bij een kroeg naar voetbal gekeken. Onbeschrijfelijke taferelen, waarbij de alcohol rijkelijk vloeit en mensen zoveel drinken dat ze zowat omvallen. In de deinende menigte verzamelt een klein mannetje lege, plastic flessen. Door de kletterende regenbui is hij doorweekt. Rond middernacht weer terug naar ons onderkomen, waarbij we langs het groteske paleis lopen van voormalig dictator Nicolae Ceaușescu. De volgende ochtend brengen we een bezoek aan Văcăreşti, een bijzonder fraai voorbeeld van natuur in de stad.

The delta between the blocks. (foto; Jacques van der Neut)

‘The Delta between the blocks’
Tijdens een van mijn eerdere bezoeken aan Roemenië hadden de woningen de kenmerkende grauwe uitstraling. Maar die tijden zijn veranderd. Veel woonwijken in Boekarest zijn thans voorzien van een fris likje verf. We wandelen door diverse stadsparken. Het is er druk en boven het geroezemoes van bezoekers klinkt het bekende schelle geluid van heen en weer scherende halsbandparkieten. Na een klein uurtje arriveren we bij Văcăreşti, waar je je gelijk in een totaal andere wereld waant. De spontaan opgekomen bomen en struiken en zeker de metershoge, omringende betonnen dijk fungeren namelijk als een

‘The delta between the blocks’ wordt omringd door enorme woontorens. (foto; Jacques van der Neut)

enorme geluidswal. Heel af en toe hoor je het geluid van de hectiek in het centrum. Vanwege de ligging wordt Văcăreşti ook wel ’the delta between the blocks’ genoemd; de omgeving wordt immers gedomineerd door een paar kolossale woontorens. Er ligt geen netwerk aan strak gemaaide wandelpaden. Je moet gewoon maar een beetje de structuur van ingesleten weggetjes volgen. In de praktijk komt dat soms neer op lopen of springen over modderige- en drassige stukken. In de Nederlandse situatie zouden we zoiets betitelen als ‘struinnatuur’. In het centrale deel staat een klein voorlichtingscentrum en hier en daar plaatste men een aantal kijkschermen en uitkijktorens. Na een dag wandelen in dit prachtige voorbeeld van een Urban City Park, komen we slechts een handvol bezoekers tegen. We hebben een leuk lijstje met ruim veertig vogelsoorten geturfd, waaronder uitschieters als wielewaal, zomertortel, grauwe klauwier, grote karekiet, woudaap (een kleine reigersoort), witwangstern en dwergaalscholver.

Kunstmatig waterreservoir
De oorsprong van Văcăreşti gaat terug naar de communistische tijd. Ceaușescu wilde in Boekarest meerdere grootschalige projecten uitvoeren. Zo gaf hij onder meer opdracht om het stuwmeer van Văcăreşti aan te leggen. In 1986 werd het voorheen moerassige gebied drooggelegd, waarbij alle bestaande gebouwen met de grond gelijk werden gemaakt. Ook het vanuit historisch oogpunt belangrijke klooster van Văcăreşti verdween door de slopershamer. Via een reeks waterwegen en meren wilde men het kunstmatige waterreservoir in de Dâmbovița rivier in Boekarest met de Donau in verbinding brengen. De ingreep zou tevens de kans op overstromingen verminderen. Bij de revolutie in 1989 werden Ceaușescu en zijn vrouw Elena echter gefusilleerd en de plannen voor Văcăreşti verdwenen in de prullenbak. Een deel van de plannen was al uitgevoerd; rondom het gebied was een gigantische betonnen dijk aangelegd. Voor het inmiddels ommuurde Văcăreşti werden allerlei alternatieve plannen geopperd zoals een recreatief complex met golfbaan, een congrescentrum, een hotel en een paar casino’s. Er circuleerden plannen genoeg, maar geen enkel idee werd daadwerkelijk ten uitvoer gebracht. Met het verstrijken van de jaren raakten al deze plannen in de vergetelheid en de natuur nam de touwtjes in handen en transformeerde Văcăreşti geleidelijk tot een groen lustoord voor vogelaars en natuurliefhebbers.

Tijdens onze wandeling zagen we regelmatig een klauterende woudaap. (foto; Jacques van der Neut)

Goede waterkwaliteit
De waterstand in deze groene oase wordt niet gereguleerd door gemalen of zoiets. Een stelsel van ondergrondse bronnen vult diverse waterpartijen en zorgt voor een goede waterkwaliteit, waardoor er zelfs otters – op Europees niveau bedreigde zoogdieren – voorkomen. In de moerassige delen van Văcăreşti leven ook reptielen zoals schildpadden en slangen. Een publicatie in National Geographic over dit spontaan tot ontwikkeling gekomen natuurparadijs, onderstreept het belang van dit bijzonder fraaie staaltje van natuurontwikkeling. Dankzij de nimmer aflatende inzet van een groep milieubeschermers en -activisten gaat hun vurige wens in 2014 eindelijk in vervulling: de Roemeense autoriteiten gaan akkoord met het verlenen van een beschermde status voor het spontaan ontstane natuurterrein, met een grootte van maar liefst 183 hectare. Meer informatie op: https://parcnaturalvacaresti.ro

Naar de Donaudelta
Na ons bezoek aan het Roemeense centrum en Văcăreşti, lopen we weer terug naar ons hotel. Onderweg passeren we een aantal electrische

De stepjes van Uber brengen uitkomst. (foto; Jacques van der Neut)

stepjes van Uber. Na het maken van een account, sjezen we kort daarop via allerlei groene stadsparken terug naar ons hotel. De volgende dag gaan staat onze volgende bestemming op het programma; de Donaudelta. Na het ontbijt in Les Jardins Carol, vraag ik nog om een kop koffie, maar krijg die vreemd genoeg niet. Volgens de ober ‘heb ik er immers al één gehad’… Vervolgens vraag hij of wij een internationale beoordeling willen achterlaten. We spraken in de afgelopen tijd vaak met allerlei Roemenen en de meeste reageerden spontaan en waren geïnteresseerd wat wij kwamen doen. Er waren echter ook mensen met onbewogen, norse gezichten die duidelijk in het communistische tijdperk waren blijven hangen. Maar dan komt onze Uber taxi precies op tijd aanrijden en brengt ons naar het vliegveld, voor de transfer naar Tulcea in de Donaudelta.